Recente rapporten tonen aan dat hoewel de luchtkwaliteit in Nederland in het algemeen licht is verbeterd, het nog steeds ver beneden de adviesnormen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) blijft, met name wat betreft kleine fijnstofdeeltjes. De metingen in steden zoals Hattem en Utrecht laten zien dat er sprake is van zorgwekkende niveaus.
Volgens de meest recente gegevens van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) blijkt dat in alle gemeenten de fijnstofwaarden nog steeds te hoog zijn volgens de WHO-richtlijnen. Daarnaast laten de cijfers zien dat de grotere fijnstofdeeltjes de norm overschrijden in maar liefst 130 gemeenten. Hoewel er een verbetering is op het gebied van stikstofdioxide, liggen de niveaus nog steeds boven de norm in 201 gemeenten.
Een gecombineerde score op basis van fijnstof en stikstof onthult dat gemeenten zoals Schiedam, Rijswijk, Ridderkerk, en Utrecht tot de meest vervuilde behoren, met waarden die 1,5 keer hoger zijn dan de WHO-richtlijnen.
Een reactie van Pauliene Mars, voorzitter van de Vereniging voor Landschap en Milieu Hattem (VLMH), benadrukt het belang van meer aandacht voor groen en de kwaliteit van de leefomgeving. Mars merkt op dat bomen en planten kunnen helpen bij het filteren van fijnstof en het tegengaan van vervuilende stoffen, waardoor de luchtkwaliteit kan verbeteren. Ze luidt de noodklok over de onderschatting van het probleem in Hattem en de dringende behoefte aan budget voor groene initiatieven.
Wat opvalt, is de onderschatting van omgevingsfactoren zoals geluid, waarbij gemeenten zoals Hattem regelmatig de grenzen opzoeken die boven de WHO-normen liggen, zoals in het bestemmingsplan buitengebied. Mars pleit voor meer bewustzijn over de impact van deze omgevingsfactoren op onze gezondheid.
Deze bevindingen benadrukken de urgentie van actie om de luchtkwaliteit in Nederland te verbeteren en een gezondere leefomgeving te creëren voor alle inwoners.